Om het gras in de wei van je dieren of de groente in je moestuin te laten groeien moeten er voldoende voedingstoffen in de bodem beschikbaar zijn. Door opname van deze voedingstoffen door de planten wordt de voorraad in de bodem lager. Dit moet weer worden aangevuld. Dat kan met dierlijke mest of met kunstmest. Als je geen voedingsstoffen aanvult, put je de bodem geleidelijk uit. De opbrengst (groei) van de gewassen neemt dan langzaam af, of de plant vertoont gebrek verschijnselen. Kunstmest kan bijdragen aan het op peil houden van belangrijke mineralen in de bodem.
De basis van de meeste meststoffen zijn de mineralen N (Stikstof), P (fosfor) en K (kalium). Voor de moestuin is NPK 12-10-18 de allround meststof, voor aardappels adviseren we Patentkali en voor groentegewassen adviseren we Kieserit.Â
Een stikstofbemesting zorgt op grasland voor een snelle groei en voldoende eiwit in het gras. Voor de wei van je kleinvee kan N23 een goede optie zijn. In het voorjaar kun je tot 450kg per hectare hiervan strooien. In de zomer kun je eventueel nog een tweede gift van 200kg per hectare verstrekken.
Bekijk hier ons adviesschema welke meststof je wanneer kunt inzetten (PDF)